Spartathlon 2017. Wat een feest! Alles klopt
deze race, de gezelschappen waarmee ik op kom te lopen, mijn gewijzigde tactiek
door bij elke 20 km een zakje met vier etenswaren te leggen zoals een gelletje,
een knijpzakje met appelmoes, een reepje en een mini snelle jelle. Verder heb
ik zo’n flexibele waterzakje bij me die ik steeds laat vullen waardoor ik geen
plastic bekertjes verspil of tig flesjes water.
|
rond het marathonpunt |
Deze editie laat de zon zich
weinig zien. Waar ik vorig jaar nog 30 graden had gelezen op een thermometer
rond de 60 km, staat nu 24 graden. Dat voelt heel anders aan. Tom (die als
verzorger vrouw Caroline en zoon Daan mee heeft) en ik komen samen op te lopen
en vlak voor het marathonpunt sluit Arjan zich ook bij ons aan. Nog niet eerder
heb ik dit eerste deel zo langzaam gelopen, 4.25u. Maar het voelt goed, is
gezellig en we gaan gezellig samen door.
Bij de 80km laten we ons de bakjes
pasta die al klaar staan, welgevallen en daar vernemen we dat ik per ongeluk de
tracker heb van Giel (die wederom verzorgd wordt door Anita en dochter Anouk) en
hij dus de mijne. Om misverstanden bij het thuisfront te voorkomen, mag ik even
met Daan zijn telefoon naar Peter bellen om dit door te geven.
|
bij de 80 km |
We hebben ruime
speling, maar ik weet wat er nog komen gaat, dus jut ikTom een beetje op om al
lopend zijn pasta op te eten en door te gaan. Deze voorsprong kan je beter
gebruiken op een moment dat je er even doorheen zit. En zo dribbelen we verder
voort. Het mooie stuk door olijf- en appelgaarden volgen. Ik herinner me nog
van de vorige keer dat ik hier al regelmatig in de wandelmodus overging, maar
nu gaat t lopen als vanzelf. Komt vast door die Deutschlandlauf, bedenk ik me.
Zo’n etappeloop maakt je sterk en daar heb ik nu baat bij.
Tijdens dit deel van
de loop ga ik iets vlotter lopen, zeg ik Tom en Arjan gedag en vervolg ik mijn
eigen weg. Gelukkig zie ik ook af en toe nog de camper van Sandra en Mark, de
begeleiders van Erik langskomen, dus die zit ook nog in de race. Mooi zo. Op naar
Oud Korinthe.
Ook daar zoef ik snel doorheen, op weg naar de kinderen die rond
de 100km klaar staan met schriftjes en pennen voor je handtekening. Hun
jaarlijkse hoogtepunt en ook de mijne, dus ik laat heel wat hartjes en
krabbeltjes achter. Ik blijf me steeds maar verbazen over hoe makkelijk het
gaat. Als het donker wordt, krijg ik het gelijk ook koud, maar gelukkig heb ik
mijn gele windjack bij me, dus weet ik te voorkomen dat ik al rillend verder
moet.
Op naar de Sangaspas. Vlak daarvoor begint het te regenen, maar gelukkig
ligt mijn regenjas bij de Sangaspas evenals mijn trailschoenen van Merl, super
merk! Ja, ook daar ga ik een nieuwe tacktiek uitproberen, een schoenenwissel,
zodat ik deze keer de pas zonder hulp en trillende knieƫn overkom. En het werkt,
ik ben niet een keer uitgegleden, kwam vast ook door de regen, de steentjes
lagen nu niet los op het pad maar in de modder. En natuurlijk door de
bergtraining afgelopen augustus in Zwitserland. Maar wat een weer zeg, wat een
wind en hoosbuien, bar en boos. Wat ben ik blij met mijn regenjas. Met weemoed
denk ik terug aan Steenbergen waar het vergelijkbaar weer was en ik ook zo’n
baat had bij dit jasje. Ik check mijn tijd op de top en beneden aan de berg en
zie dat ik in 30min naar boven was gelopen en 30min later aan de andere kant
van de berg sta. Woh, nog niet eerder zo snel gedaan.
Op naar de volgende grote
post waar weer pasta klaar staat, koude pasta, dat wel, maar ik kan toch met
gevulde maag weer verder. Liep ik van de voet van de berg naar deze post nog in
een groepje lopers, nu vertrek ik only the lonely, nog steeds in de regen en
het donker verder. Wat loop ik te genieten, hoe kan dat nou. Ben al bijna 24
uur op de been en nog steeds vind ik dit leuk.
Al mijmerend word ik ingehaald
door twee lopers waarvan de laatste een slechtziende blijkt te zijn. Jason. Ik
haak aan en raak met ze aan de praat.
Jason heeft een scherpe koplamp op en schijnt daarmee op de
reflecterende bandjes die zijn voorloper, Will, om zijn enkels heeft. Zo kan
hij hem volgen. Duidelijk is dat Will sneller kan dan en dat Jason hem
eigenlijk een beetje ophoudt. Dan vraagt Jason mij om ‘’a big favour’’’. Of ik zijn voorloper wil worden, totdat het
licht is. Dat zie ik wel zitten en zo loop ik een paar minuten later met twee
bandjes om mijn enkels, gaat Will er vandoor.
Deze actie zorgt ervoor dat ik wel doorloop en niet in de verleiding kom
tot enige vorm van lanterfanten, dat komt goed uit. Want dat gevaar zit er
altijd wel in bij mij, hoe goed het ook gaat. We gaan samen als een trein, ik
waarschuw Jason als er wat oneffenheden in de weg zijn en slalom om gaten heen
die hier opeens opvallend veel in de weg zitten. Daar let je zelf niet zo op
als je alleen loopt. Bij verzorgingsposten reik ik hem chips en cola aan, dat
is het enige wat hij wil. Ik vul daar mijn flesje bij en hobbelen we weer
verder. Langzaamaan wordt het licht en gaat bij Jason het licht uit. Hij krijgt
moeite met aanhaken. Ik roep regelmatig: ‘’Come on Jason, you can do it, we are
almost on the highway’’ en dan volgde die me weer op de voet. Maar, zo gezegd,
zo gedaan, eenmaal langs de autoweg naar Sparta, die voorzien is van een brede
witte lijn, doe ik de bandjes van mijn enkels, verzekert Jason me dat hij wel
weer iemand anders vindt die hem verder gaat helpen en vervolg ik alleen mijn
weg.
Verrassend genoeg voel ik me nog steeds fit en lukt het me op dit stuk van
de race waar ik alle andere keren bijna alleen maar heb gewandeld, door te
lopen. Het is een glooiende weg waar we na 23 km linksaf omhoog moeten om
vervolgens de laatste 20 km af te dalen naar de finish. Hier zie ik Anita en
Anouk ook regelmatig, want hier haal ik Giel in. Onderweg krijg ik nog een Poolse
loopster aan het hardlopen die steeds volschiet, omdat ze haar droom
werkelijkheid ziet worden: de Spartathlon uitlopen. Ze pakt mijn hand en vraagt
of ik erin wil knijpen, want ze kan het maar niet bevatten. We stimuleren
elkaar door niet te gaan wandelen, wat gaaf is dit.
|
Rond de 220 km |
Vlak voordat de weg voor de
laatste keer omhoog gaat, bij het 223km punt, staat Magda, de vrouw van Luc die
voor me heeft uitgerekend dat als ik nu echt even serieus alles op alles zet,
ik een PR kan lopen. Het is het proberen waard. Ik heb nog een kleine drie uur
voor de laatste 23 km. Maar zodra ik bovenaan die weg ben en in volle vaart
naar beneden vlieg, schiet mijn hartslag omhoog. Ik schrik ervan, o nee, dit
gaat ‘m echt niet worden. Heb ik zo’n toffe race gelopen, ga ik me op het
laatst over de kop lopen. Niet doen! Ik minder gelijk vaart, maar toch duurt
het nog even voor mijn hartslag weer enigszins gekalmeerd is. Mijn horloge
verstop ik onder mijn mouw en kijk er pas weer op als ik nog 10km te gaan heb.
Ondanks dat ik niet voluit ben gegaan, heb ik de laatste 10 km in 1 uur en 10
min afgelegd. Dat betekent dat die PR er dus echt in zit.
|
Nog 10km te gaan |
Ik sjees langs de
snackbar vlak voor Sparta waar ik vorig jaar nog een gratis flesje water kreeg,
dender voorbij die garage waar ik bij mijn eerste finish nog onder de tuinslang
ben gaan staan omdat ik toen volledig blokkeerde. Wat is dit een mooi moment,
Sparta inlopen met nog voldoende energie en kracht.
|
de laatste meters voor de finish met Anna ernaast op de fiets |
En dan komt de kers op de
taart: in 2014, tijdens mijn tweede finish, fietste ene Anna met me mee tijdens
het laatste stuk naar de finish. In 2016 wederom en ook dit jaar wacht ze me
weer op, ze heeft echt op mij staan wachten, liet ze me weten. Ze heeft een
cadeautje voor me en ik voor haar. Wat een geweldig moment. Samen nemen we alle
applaus en felicitaties van de supporters die nu volop aanwezig zijn, in
ontvangst.
|
felicitaties voor Wilma aan Giel v.v. |
Vlak voor de finish zie ik
Arjan, nee he dat betekent dat hij niet gefinisht was, maar wel super dat hij
mij heeft zien finishen. Aangekomen bij ‘t standbeeld van Leonidas heb ik wel
even een heel eng moment, terwijl dit moment door vele fotografen wordt
vastgelegd, word ik plotseling enorm duizelig. O jee, als ik maar niet omval,
maar na een paar fotoshoots die hooguit een halve minuut duurden, ga ik snel
naar een stoel, geef ik Anna een tientje om een ijsje te halen voor haar en mij
en laat ik me alles welgevallen door de allerliefste verzorgers van de
organisatie die mijn schoenen uitdoen, mijn voeten in een voetbadje laten
glijden en maar een heel klein blaartje hoefden door te prikken.
De finish van
de Spartahlon 2017 is een feit. Wat een feest!
|
Caroline van der Veldt neemt honours waar bij prijsuitreiking |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten